Waterpokken bij je baby en kind: wat te doen?
Wat kun je doen als je kind waterpokken heeft?
Waterpokken is een heel besmettelijke kinderziekte, veroorzaakt door een virus. Maar wat kun je doen als je kleintje waterpokken heeft? En is het gevaarlijk?
Spotlight Blogger Madita (Thestoryofmylife) deelde op Mamaplaats in een blog 'Je hoort wel eens horror verhalen over waterpokken' dat haar dochtertje de waterpokken heeft. "Totdat G een paar dagen later hoge koorts kreeg. Precies op haar eerste verjaardag. Ze had nog geen vlekjes, maar meer bultjes die eerder op muggenbulten leken. Na 3 dagen hoge koorts kreeg ook zij zichtbare waterpokken. Echt maar minimaal, maar mijn arme schat was zo ziek. Ze wilde niets anders dan alleen maar bij mama hangen. Heerlijk, maar ook pittig als er twee kindjes je zo hard nodig hebben. Ook al was ik ergens blij dat ze het nu maar gehad hebben, toch voelde ik van binnen angst."
Waterpokken: wat houdt het in?
Waterpokken is zo'n typische kinderziekte die bijna elk kind op zijn pad tegenkomt. Het wordt veroorzaakt door een virus en staat bekend om de rode blaasjes en de bijbehorende jeuk. Over het algemeen is het een onschuldige aandoening, maar in zeldzame gevallen kan het ernstige complicaties veroorzaken. Hieronder vind je wanneer je het beste de huisarts kunt raadplegen. Waterpokken doen zich meestal voor in de winter en het begin van de lente, samen met andere veelvoorkomende huiduitslagziekten die je kind zou kunnen oplopen.
Leeftijd en waterpokken
Praktisch elk kind krijgt vroeg of laat te maken met waterpokken, meestal tussen de leeftijd van één en acht jaar. Gelukkig, nadat je kind eenmaal waterpokken heeft gehad, ontwikkelt hij er meestal immuniteit tegen. Een tweede aanval van waterpokken is zeldzaam bij kinderen.
Waterpokken: herken de symptomen
Wanneer je kind waterpokken heeft, zul je als eerste rode vlekjes opmerken. Deze beginnen meestal op de romp en verspreiden zich vervolgens door het hele lichaam. En ze zijn echt overal te vinden: op het gezicht, tussen de haren, in de oren, mond en neus, zelfs op de geslachtsdelen. Op de armen en benen zijn er over het algemeen minder vlekjes te zien. Binnen zes tot twaalf uur veranderen deze vlekjes in blaasjes, gevuld met helder vocht. Na verloop van tijd wordt dit vocht troebel en na enkele dagen drogen de blaasjes uit, waarbij er korstjes ontstaan. Omdat er constant nieuwe blaasjes verschijnen, doorloopt je kind alle stadia van waterpokken tegelijkertijd. Dit kan behoorlijk jeuken.
Last van die vervelende waterpokkenjeuk? Dit kun je doen
Bij de apotheek of (online) drogist vind je middelen die de jeuk kunnen verminderen en ervoor zorgen dat die blaasjes sneller verdwijnen. Denk aan zink-lotion, zoals Sudocreme, en voor kids ouder dan twee jaar is mentholpoeder vaak een goede optie. Een simpel trucje uit de oude doos: havermout in bad! Het verzacht de jeuk en kalmeert de huid. Vul een washand (gedeeltelijk) met havermout en knoop 'm dicht met een elastiekje. Laat dit in het badwater zakken en voilà!
Als je kleintje nog in de luiers zit, zorg ervoor dat je die vaak verschoont om ontstekingen te voorkomen. En hé, veel kids vinden het prettiger om zonder luier te slapen. Zo voorkom je dat de luier gaat schuren en de jeuk erger wordt. Kleed je kindje in luchtige, katoenen kleren en niet te dik inpakken is het motto. Probeer krabben te voorkomen, hoe verleidelijk het ook is! Het kan de jeuk verergeren en zelfs littekens veroorzaken als die blaasjes opengaan. Houd de nagels van je kleintje dus schoon en kort, dat scheelt een boel krabben en narigheid.
Wanneer de huisarts inschakelen bij waterpokken?
Meestal verloopt waterpokken onschuldig. Er zijn ook geen medicijnen die ervoor zorgen dat het sneller overgaat. Als je je zorgen maakt, kun je altijd de huisarts bellen. Bel de huisarts bij waterpokken sowieso als je baby jonger is dan drie maanden en in de volgende situaties:
de blaasjes van waterpokken gaan ontsteken
je kind krijgt hoge koorts
je kind wordt suf
je kind drinkt niet of weinig
bij benauwdheid, snel ademen en/of een grauwe huidskleur
je kind huilt steeds en/of kreunt
bij overgeven
je kind wordt steeds zieker, of krijgt opnieuw koorts nadat hij een paar dagen koortsvrij was