Snap

De weg naar de eerste stapjes

Het is een mijlpaal. De eerste stapjes! Je kind leert iets cruciaals wat hij of zij de rest van zijn of haar leven niet meer verleerd:

Het is een mijlpaal. De eerste stapjes! Je kind leert iets cruciaals wat hij of zij de rest van zijn of haar leven niet meer verleerd: lopen. Maar leren lopen is niet iets wat van de ene op de andere dag gebeurd. Er gaat een heel proces aan vooraf, een proces dat al heel vroeg begint.

Omrollen

Het proces begint namelijk bij omrollen. Dit omrollen is een belangrijke stap in de motorische ontwikkeling van je kind, het is de eerste stap op de weg naar het zelfstandig kunnen lopen. Gemiddeld genomen begint een baby tussen de vier en zes maanden met omrollen. Hij of zij is dan in staat van de ruglugging naar de buikligging te draaien. En dit natuurlijk ook andersom. Het is belangrijk om op deze ontwikkeling te letten bij je kind, maar je moet het niet te veel stimuleren. Je kind weet heel goed wat hij of zij nog wel of niet kan en het zal voor hem of haar alleen maar extra spanningen op leveren. Het is wel belangrijk dat als je ziet dat hij of zij het wel probeert maar het nog niet helemaal lukt, dat je hem of haar een steuntje in de rug geeft. Zorg bijvoorbeeld voor voldoende ruimte om de draai te maken en leg bijvoorbeeld een favoriet speeltje nét buiten het bereik van je kind. Dat móét hij of zij wel omrollen om erbij te kunnen.

Zitten

De volgende mijlpaal na het omrollen is zitten. Rond de zeven maanden is het redelijk normaal dat je kind zelfstandig kan zitten. Een paar maanden eerder zal het kind ook best al kunnen zitten, maar heeft hij of zij jouw hulp daar nog bij nodig. Biedt die hulp dan ook aan, het zal alleen maar zijn of haar motorische ontwikkeling stimuleren.

Buikkruipen

Rond de acht maanden kan het zijn dat je kind op zijn of haar buik de hele kamer rondtijgert. Hierbij gebruikt hij of zij de armen om zich voort te bewegen. Dit kunnen veel kinderen zowel vooruit als achteruit. Deze stap is niet perse noodzakelijk. Je hoeft je dan ook geen zorgen te maken als je kind dit niet doet en gewoon gelijk begint met kruipen.

Kruipen

Rond de negen maanden is het gemiddelde om te beginnen met kruipen. Dit kan in één keer heel snel gaan, het is vaak een kwestie van het kwartje dat even moet vallen. Je kind moet even doorkrijgen dat het zijn of haar beentjes onder zich moet trekken om op die manier vrij makkelijk voort te kunnen bewegen. Dit kan, net als het buikkruipen, zowel vooruit als achteruit. In een later stadium is het ook nog mogelijk dat je kind niet meer op handen en knieën kruipt, maar in plaats daarvan verder gaat op handen en voeten.

Staan

Als je kind rond de tien maanden is, is het niet raar dat hij of zij zichzelf vanuit de kruippositie zal gaan optrekken en zal gaan staan. Misschien heb je al eerder deze neiging tot staan opgemerkt, maar is hij of zij niet in staat dit zelfstandig te doen. Help hem of haar er dan ook bij.

Het is meestal al een automatische om je kind hierbij te ondersteunen in de oksels. Dit is de beste manier, omdat je dan de rug het minste belast. Maar rond de tien maanden is je kind al zover ontwikkelt dat hij of zij zich kan optrekken aan bijvoorbeeld een meubelstuk en dan ook daadwerkelijk blijft staan. Voor je kind is dit het prettigste om op blote voeten te doen, dan heeft hij of zij namelijk het meeste grip.

Lopen

Vanuit die positie lijkt het een makkelijke stap om vervolgens te gaan lopen. Maar je kind heeft dit nog nooit eerder gedaan en kan eerst nog best wel wat hulp hierbij gebruiken. Biedt deze hulp dan ook aan. Pak je kind bij de handjes vast en probeer hem of haar op die manier te begeleiden bij het lopen. Als hij of zij dit eenmaal onder de knie heeft, zal het gaan proberen om te lopen met maar één handje vast in plaats van twee. Dit zal nog wel met vallen gepaard gaan, want hij of zij is natuurlijk wel aan één kant de steun kwijt. Als dit vervolgens ook aardig gaat, is het belangrijk om je kind te stimuleren om zelfstandig te lopen, zonder jouw hulp. Het is niet raar als je kind dan eerst op zoek gaat naar een vervanging van jou, in de vorm van bijvoorbeeld een tafel of stoel. Maar hij of zij zal vanzelf gaan ontdekken dat hij of zij ook best in staat is om het zonder steun te kunnen. Dit punt ligt ongeveer rond de dertien maanden. Stimuleer je kind, schenk er aandacht aan, let erop, geniet ervan en wees trots op je kind. Hij of zij heeft in een paar maanden een gigantische motorische ontwikkeling doorgemaakt en de eerste stapjes zijn daarbij de kers op de taart. Het is bij de motorische ontwikkeling van je kind belangrijk om te onthouden dat er geen vast patroon is. Elk kind is anders, elk kind is uniek. Sommige kinderen slaan het buikkruipen over, anderen gaan van de zittende positie zo verder met staan. Daarnaast kan het ene kind ook aanzienlijk sneller zijn dan het andere kind.